Deze blogpost is in 2011 geschreven, maar volledigheidshalve opnieuw gepubliceerd.
Met een stapeltje boeken in de hand loop ik de boekhandel uit. Uit mijn kontzak haal ik nog even het bonnetje tevoorschijn, om te kijken hoeveel geld ik deze keer heb uitgegeven. Maar mijn oog valt niet op het totaalbedrag, maar op de tekst waar het bonnetje mee afsluit. ‘U heeft betaald, Tot ziens!’ Dat is mooi, ze zien me graag terug. Maar kennelijk alleen als ik betaal… Als ik nou niet betaald had, hadden ze me dan geen ‘tot ziens’ toegewenst? Vanuit commercieel oogpunt best logisch. Maar je moet klanten die een keertje niets kopen toch ook te vriend houden?
Bovendien is ‘tot ziens’ op zich al een vreemde groet. Ik vind het een beetje een lege groet. Want met tot ziens zeg je letterlijk: tot de volgende keer. Voor een winkel best logisch, maar mensen gebruiken het ook als sociale groet. Als je tot ziens tegen een goede vriend zegt, interesseert het je dus eigenlijk niets wat er in de tussentijd gebeurt. Dat is of heel erg onbeschoft, of het is een uitnodiging tot een weerzien. Want tijdens dat weerzien kun je elkaar weer vertellen wat er in de tussentijd gebeurd is. Maar dat is kennelijk alleen boeiend als je er achteraf over kunt of wilt praten. Vreemd.
Tot ziens is misschien niet zo fijn, als je bedenkt dat de tijd tussen die twee ontmoetingen een soort zwart gat is. Maar het is nog niet zo kil als ‘dag’. Dat is misschien wel een krachtige groet, maar volkomen inhoudsloos. Wat nou dag? Vandaag? Morgen? Dag als in doei? Wil je me dan niet meer zien? Waarom eigenlijk dag? Betaal je per letter ofzo? Dag roept meer vragen op dan antwoorden. Dag is – samen met doei – misschien wel de meest vage groet die er bestaat. ‘Vandaag’ zou nog duidelijker zijn, dan weet je tenminste welke dag er bedoeld wordt.
Maar goed, het is wel te begrijpen. Tot ziens is tenminste nog opgebouwd uit twee Nederlandse woorden die een betekenis op zich hebben. ‘Tot en met ziens’ zou pas echt gek zijn. Daarom is het ook verder geen probleem dat het gebruikt wordt. Want elke keer duidelijk zijn, is ook vermoeid. ‘Fijne dag nog verder en tot ziens, dan hoor ik graag wat er in de tussentijd is gebeurd.’ Jaja, ok.
Tot ziens